Royal Delft, opgericht in 1653, is de laatste overgebleven aardewerkfabriek uit de 17e eeuwse bloeiperiode waarin Delft meer dan dertig pottenbakkerijen telde. Het iconische merk, wereldwijd bekend om Delfts Blauw, verenigt sinds zijn ontstaan ambachtelijke traditie met innovatie en geldt tot op de dag van vandaag als hét symbool van Nederlands keramisch vakmanschap.
In de 16e eeuw maakten Nederlandse pottenbakkers kennis met kleurrijk, met de hand beschilderd aardewerk uit Italië. Rond 1600 zorgden de import van Chinees porselein via de VOC voor een keerpunt: de enorme populariteit van blauw-wit decoratief porselein inspireerde Delftse ambachtslieden tot het ontwikkelen van een eigen techniek. Door te experimenteren met klei en glazuur ontstond een uniek product dat internationaal bekend zou worden als Delfts Blauw.
In 1653 werd De Porceleyne Fles opgericht door David Anthonisz van der Pieth. Onder eigenaars als Wouter van Eenhoorn en Quirinus van Kleijnoven groeide het bedrijf uit tot een toonaangevende producent. In 1697 introduceerde Johannes Knotter het beroemde flesje als merkteken – een signatuur die tot op heden wordt gebruikt.
Na een periode van verval in de 19e eeuw bracht ingenieur Joost Thooft in 1876 nieuw leven in het merk. Door het gebruik van steviger Engels aardewerk en moderne productietechnieken bracht hij de kwaliteit terug op internationaal niveau. Samen met Abel Labouchere introduceerde hij het herkenbare monogram “JT Delft”, hét bewijs van authenticiteit.
In 1919 ontving het bedrijf het predicaat Koninklijk, een erkenning van zijn culturele en ambachtelijke betekenis.
Vandaag is Royal Delft de enige overgebleven Delftse aardewerkfabriek en een wereldwijd icoon van Hollands meest verfijnde keramiektraditie.
Met meer dan 370 jaar geschiedenis blijft Royal Delft trouw aan de kunst van het handbeschilderde aardewerk, terwijl het blijft innoveren voor nieuwe generaties liefhebbers over de hele wereld.